Over de bouwbranche bestaan veel vooroordelen. Conservatief, misschien een beetje droog. Jelle Weever en zijn team bewijzen graag het tegendeel, door elke dag uitdagingen met creativiteit aan te vliegen: “We zijn geen suffe mensen die aan een bureau hangen. Natuurlijk niet. Ik vind juist dat we een heel dynamisch bedrijf hebben.”
Over de bouwbranche bestaan veel vooroordelen. Conservatief, misschien een beetje droog. Jelle Weever en zijn team bewijzen graag het tegendeel, door elke dag uitdagingen met creativiteit aan te vliegen: “We zijn geen suffe mensen die aan een bureau hangen. Natuurlijk niet. Ik vind juist dat we een heel dynamisch bedrijf hebben.”
Weever is een familiebedrijf. Jelle runt de bouwafdeling, zijn broer doet de sloop. Ze richten zich voornamelijk op utiliteitsbouw en gestapeld wonen: nieuwbouw en transformatie van appartementen. “Dat betekent dat we iedere dag zoeken naar oplossingen. Hoe koppel je dingen aan elkaar? Hoe kan het slimmer, technisch beter of goedkoper? We worden als branche weleens als conservatief en niet-creatief gezien. Maar engineering — dat is toch creativiteit?”
Jelle geeft een voorbeeld. “Vorige week kwamen we bij een groot project 20% boven het taakstellend budget uit. Dat vraagt om creatief denken: hoe gaan we dit ontwerp zo omdraaien dat het wel blijft voldoen aan de eisen van de klant, maar binnen de gestelde kostprijs? Dan ga je onderdeel voor onderdeel langs je calculatie. Tafelblad, tafelpoot, tot aan het schroefje dat erin gaat, bij wijze van spreken. Daar kijk je goed naar: hoe kan het goedkoper maar net zo goed? Dat is de kracht van een bouwteam.”
Als het woord innovatie valt zegt Jelle: “Innoveren, het ontwikkelen van compleet nieuwe technieken in de bouw — dat doen de echte multinationals. Daar moet je een oorlogskas voor hebben. Voor tienduizend euro kun je niet grootschalig innoveren. Maar je kunt wel op kleine schaal impact hebben. Innoverend ondernemen en het combineren van nieuwe werkmethodes, dat kan natuurlijk wel.”
Dat doet Weever bijvoorbeeld in IJburg in Amsterdam, met houtbouw. “Waanzinnig interessant. Dan moeten we de vraag stellen: hoe gaan we de component hout samenvoegen met andere producten zodat het weer voldoet aan het bouwbesluit? Technisch problemen oplossen, dat kun je creatief en innovatief noemen. Dat is ons vak.” En: blijven ontwikkelen. “We gaan nu kijken of we houtbouw circulair kunnen maken.”
“Bij creatievelingen zien mensen vaak geitenwollensokkentypes voor zich. Maar creativiteit is breder. Het gaat hand in hand met ondernemerschap. Durven. Over grenzen stappen. Mijn werknemers moeten ook de veiligheid voelen om dingen anders te durven doen. Als je geen fouten mag maken, ga je nooit risico nemen.” De werknemers van Weever krijgen dan ook alle ruimte om zichzelf te ontwikkelen, bijvoorbeeld door cursussen over leiderschap of een 3D-tekenprogramma te volgen. Maar ook door ze gewoon in het diepe te laten springen.“
“We hebben hier een talent van eenentwintig zitten. Die heeft een miljoenenproject –kinderspeelparadijs en grote showroom - bedacht en voorbereid. Dat is toch waanzinnig knap? Dat is toch creativiteit?”
Cibap vakschool voor vormgeving - https://www.cibap.nl/ikzieikzie/interview-jelle-weever/